Levels

de_citotoets_het_eerste_examen1Vanwege mijn werk bij de afdeling Ontwikkeling en Onderzoek van de CED-Groep kom ik regelmatig in aanraking met diverse soorten evaluaties (toetsen). Dat varieert van toetsen van onderwijsbeleid tot toetsen van vaardigheden van leerlingen. Zo had ik onlangs een lang gesprek met vertegenwoordigers van schoolbesturen en beleidsmakers over het toetsen van schakelklassen. Het ging over toetsen die woordenschat, begrijpend lezen en technisch lezen zouden moeten meten.Toen ik in het vervolg op dat gesprek bezig was met het bestuderen van een flinke stapel voorbeelden van toetsen kreeg ik opeens een brainwave.

Laten wij de bijvoorbeeld belangrijkste toets van Nederland nemen: de CITO toets. De toekomst van een kind wordt mede bepaald door de bevindingen van deze toets. Voor kinderen, ouders en leerkrachten een stressvolle toets. Op school vullen de kinderen die papieren toets in, na afloop gaan de kinderen naar huis en daar aangekomen gaan zij om te ontspannen gamen (gemiddeld 90 minuten per dag). En tijdens dat gamen worden zij continu getoetst! Maar dat is  niet hoe de kinderen het ervaren. Zij leggen namelijk niet een door een externe autoriteit opgedragen expliciete formele toets af maar op eigen initiatief onderwerpen zij zichzelf aan een impliciete informele toets. Met als doel: het behalen van een hoger level.

Het level-systeem waarop zo’n beetje alle games zijn gebaseerd is een perfecte vorm van zelftoetsing. Om van het ene level te gaan naar het andere te gaan moet je voldoende punten hebben door allerlei dingen te doen: soldaten verslaan, auto’s stelen, wapens maken, geld verzamelen, noem maar op. En daar komt geen leraar aan te pas en dat is ook helemaal niet nodig.

 

Ook is er geen discussie over de resultaten: ik heb nog nooit gehoord dat een kind of zijn ouders bij Nintendo, Sony of Microsoft hebben geklaagd omdat een bepaald level niet bereikt was terwijl er toch echt heel hard gewerkt is of omdat er problemen thuis waren. Het intellectueel proces dat plaats vindt wanneer je handelt om iets uit eigen vrije wil te verkrijgen is van een geheel andere orde dan het proces dat plaats vindt wanneer je iets doet omdat het een opdracht van een extern gezag is.

 

Het beloningssysteem werkt namelijk op een geheel andere manier. Het behalen van een volgend level in een game gaat gepaard met een adrenaline- en endorfineboost. Toename van deze (lichaamseigen) stoffen in het lichaam zorgen voor een euforische stemming. Geen wonder dat kinderen bereid zijn om uren achter elkaar te gamen. De beloning (en die komt!) is onmiddellijk en je voelt het!

 

Om een level verder te gaan voert een gamer een opdracht uit (bijvoorbeeld een x-aantal vijanden verslaan) in een coherente context die de gamer heel goed begrijpt. Bovendien is de feedback die je krijgt bij goed (je leeft) of fout (je gaat dood) onmiddellijk en duidelijk. Er is geen aparte beoordelaar nodig die je een cijfer te geeft waaruit je kunt afleiden of je goed gedaan hebt.

 

Wat een verschil met het beantwoorden van vragen omdat iemand anders dat van jouw verlangt. Om te beginnen moet je een poos wachten om te weten of je het goed gedaan hebt en dan als je uiteindelijk te horen krijgt dat je het goed gedaan hebt waar is dan het YESSS-can-do gevoel?

 

Ik denk dat het tijd wordt dat de academische wereld, het ministerie van onderwijs, onderwijzers en toetsenontwikkelaars de koppen bij elkaar steken om na te gaan denken over de vraag hoe de cognitieve ervaringen van kinderen in de formele leersfeer van de school kunnen worden afgestemd op de informeel leersfeer (thuis en vrije tijd) afgestemd.

Zo zou er bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan toetsen die afgelegd worden door een avatar van de leerling in plaats van de leerling zelf. Door een aantal beproevingen (rekensommen of teksten te begrijpen) krijgt de avatar een aantal punten die hem-haar kunnen brengen naar een volgend level. Voor mijn part giet je het spel in een Harry Potter schoolomgeving en maak je het halen het spelen van een ontspanningsgedeelte van het spel afhankelijk van de uitkomsten van “echte” leer prestaties.

Er zijn inmiddels genoeg opleidingen in Nederland die games ontwikkelaars leveren, aan talent om een dergelijke toetsomgeving te maken zal het dus niet liggen. Onder anderen:

Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht

Hogeschool Utrecht, Utrecht

QANTM College, Amsterdam

Opatel, Amsterdam, Utrecht, Rotterdam

NHTV Internationaal Hoger Onderwijs, Utrecht

 

Maar ja, invoering van een dergelijk manier van toetsen vergt natuurlijk wel dat de huidige generatie besluitvormende volwassen eerst een hoger (denk-)level bereiken.Mocht je een (ont-)spannend, intelligent, prijswinnend boek over dit onderwerp willen lezen dan beveel ik van harte aan:

Ender’s game’ van Orson Scott Card (1985, dus zo nieuw is het onderwerp nu ook weer niet!). In het Nederlands heet het boek ‘Ender wint’.

 

Eugenia Codina
CED-Groep

 

Post a comment or leave a trackback: Trackback URL.

Reacties

  • Anne-Marie  On november 13, 2008 at 10:52 am

    Leuk!!!
    Ik denk alleen dat er een goede balans moet zijn tussen de digitale wereld en ‘the real world’. Leerlingen moeten tenslotte in beide goed kunnen functioneren. Maar ik ben sowieso voor het leuker maken van lessen en toetsen, en als dat met games kan, why not!?

    Groetjes,
    Anne-Marie

  • Kobus van der Slossen  On november 18, 2008 at 7:13 pm

    Erg goed epistel. Ikzelf ben al langere tijd aan het worstelen met het idee hoe ik de ‘drive’ die kinderen bij computerspelletjes ondervinden in het reguliere onderwijs in de klas kan krijgen. Een leuke maar complexe uitdaging.

Geef een reactie op Kobus van der Slossen Reactie annuleren