Opbrengstgericht werken is goed voor leerlingen

Fastfood education
In haar blog Fastfood education zet Sandra van Kolfschoten zich af tegen opbrengstgericht werken (OGW). Om dit te onderbouwen geeft Sandra het voorbeeld van het failliete Amerikaanse onderwijssysteem. Ook gebruikt ze termen zoals spreadsheetterroristen, vinkvee en smurfturven.  Het zijn woorden die vanuit de emotie vaak worden geuit.  Sandra zet zich tevens af tegen de bemoeienis van de overheid. Ik heb het vermoeden dat ze hiermee doelt op landelijke projecten zoals de ‘Vliegende Brigade’, een project om zeer zwakke scholen in een periode van een jaar van dit predicaat af te helpen. Argumenten om haar stelling te onderbouwen geeft Sandra niet. Als ‘bewijs’ haalt ze een Amerikaanse film aan: een zwak argument wanneer je vervolgens niet toelicht waar deze film zich op richt.

Meer doen met minder data
Sandra is niet de enige die zich tegen OGW afzet. Met enige regelmaat stuit ik op het hardnekkige misverstand dat opbrengstgericht werken zou leiden tot een eindeloze toetscultuur, een vervlakking van het onderwijs betekent en dat het een speeltje is in de handen van foute managers. Niets in minder waar. Een school die data gebruikt om de leeropbrengsten beter te kunnen sturen, kijkt heel bewust en doelgericht naar de effecten van het onderwijs. Door deze gegevens is de school in staat minder te toetsen, leerlingen beter te bedienen en publieke verantwoording af te leggen.

Instrument voor de leerkracht
Toetsen zijn er niet om leerlingen af te rekenen. Ze zijn bedoeld om te waarnemen of de leerkracht met de groep leerlingen op de juiste weg zit: een route die leidt tot de best mogelijke ontwikkeling en die recht doet aan de kwaliteiten van de leerlingen. Dat je hiervoor genormeerde toetsen nodig hebt is niet vreemd en zeker niet eng. Ons leven is ervan doorspekt. Toetsen geven de leerkracht waardevolle informatie of het onderwijsleerproces, vanuit welke visie ook, het beoogde resultaat heeft (een vaardige leerling die zich gewaardeerd voelt en de vrijheid krijgt om eigen keuzes te maken).

Kwaliteitsimpuls
Door doelgericht in zeer zwakke scholen te investeren tracht het ministerie i.s.m. de PO-Raad het aantal zeer zwakke scholen terug te dringen. Het is een verkeerde veronderstelling dat dit alleen maar op een opbrengstgerichte manier zou gebeuren. Dit is belangrijke bagage voor de ‘vliegenier’, maar elke begeleider maakt gebruik van bewezen interventies die ook bijdragen tot een snel succes.  Soms is dit een goed gesprek met het bestuur en de directeur. Snel succes is belangrijk, omdat het leren van kinderen centraal staat en niet  de manager die cijfers gebruikt om zich te verantwoorden aan de inspectie. Zelf heb ik de begeleiders mogen trainen en ik kan je verzekeren dat de professionele graad van de vliegeniers hoog is.

Recht doen aan verschillen
Kinderen die in Nederland opgroeien, krijgen goed onderwijs. Maar het kan altijd beter en daar werken ruim 7000 scholen elke dag weer aan. OGW helpt  scholen om het onderwijsleerproces te verbeteren en daarmee de onderwijskwaliteit te verhogen. Daar is niets mis mee. Stellen dat scholen die deze weg ingeslagen zijn, spreadheetterroristen zijn, vind ik persoonlijk een schoffering van veel hard werkende schoolteams. Deze professionals werken zo hard, omdat ze vaak ervaren dat datagestuurd onderwijs leidt tot betere leeropbrengsten en dat dit weer een positief effect heeft op het welbevinden van de leerling (relatie, competentie en autonomie). Data geeft je grip op het kiezen van een passende gedifferentieerde aanpak.

Publieke dialoog
Binnenkort komt er een boek uit van mijn hand over OGW voor schoolteams. In dit boek beschrijf ik de manier waarop volgens het onderwijscontinuüm  opbrengstgericht gewerkt kan worden. Omdat deze discussie in het publieke domein gevoerd wordt, wil ik Sandra via deze blog vragen om mijn publicatie ‘Resultaten tellen‘ (gratis aan te vragen) te lezen en daarna een publieke dialoog aan te gaan op basis van argumenten i.p.v. suggestieve en emotionele uitingen. Daarvoor is dit onderwerp te belangrijk en houdt het te veel scholen serieus bezig. Op 20 april word in Rotterdam tijdens de conferentie datagestuurd werken in schoolteams een rapport besproken waarin de resultaten staan vermeld van drie jaar datagestuurd werken in Rotterdam. Een mooi moment voor Sandra om haar veronderstellingen te toetsen aan haar eigen ervaringen (die ik zo mis in haar bijdrage). Ik nodig haar op mijn kosten van harte uit!

Menno van Hasselt is eigenaar van Van Hasselt advies en werkt samen met de CED-Groep bij het invoeren van opbrengstgericht werken in het primair en speciaal onderwijs. Voor deze organisatie schreef hij het boek ‘Resultaten tellen‘ . Met Dieter.nl heeft Menno een opleiding ontwikkeld voor de onderwijskundig ICT-coördinator.  Menno is te volgen op twitter via @mennovh of via LinkedIn

Post a comment or leave a trackback: Trackback URL.

Reacties

  • Lex Hupe  On april 7, 2011 at 3:39 pm

    Ik reageer uit de eerste hand. Paar opmerkingen: Het OGW werkt binnen het reguliere paradigma een sterk cognitief gekleurde opvatting van leren.(stop kennis in kinderen om ze voor te bereiden op de ‘harde’ maatschappij). Hier zitten veel ongetoetste aannames in. Wel creëren deze aannames hun eigen werkelijkheid. Toetsen we de relatie tussen succes en de gevolgde opleiding? Hoe definieer je dan succes? Wat meet je eigenlijk als je schoolprestaties meet? Hebben soft skills zoals zelfvertrouwen, authenticiteit en sociaal-emotionele vaardigheden misschien wel een veel groter effect op het succes van een jongvolwassene? (lees “A Whole New Mind” van Pink en “Emotional Intelliogence van Goleman).
    Interessant.
    Maar deze dialoog kan pas echt goed plaatsvinden wanneer je bereid bent je eigen impliciete aannames mee te nemen. Argumenten zoeken voor je eigen standpunt is m.i. onvruchtbaar omdat argumenten alleen geldig zijn binnen je eigen paradigma.

Trackbacks

  • […] mezelf, in mijn eigen ruimte kwam ik daar achter. Mede ook dankzij het lezen van deze column en de reactie daarop. Het bleek te maken te hebben met het onvermogen om fouten te mogen maken. Dat merkten we bij […]

Plaats een reactie